Begrippenlijst
Een handig overzicht uit het Hartekind Boek, waarin de meest voorkomende (medische) begrippen rondom hartafwijkingen bij kinderen makkelijk worden uitgelegd.
20 wekenecho
Rond de zwangerschapsduur van 20 weken kan men ervoor kiezen om een 20 wekenecho te laten maken. Dit is een medische echo die bedoeld is om te laten onderzoeken of het kindje lichamelijke afwijkingen heeft. De ontwikkeling van de organen wordt uitgebreid bekeken, evenals de groei en de hoeveelheid vruchtwater.
Anesthesie
Het geven van narcose (het in slaap brengen van een patiënt) en het uitschakelen van gevoel en beweging van lichaamsdelen (spierverslapping) tijdens operaties.
Anesthesist
Ook wel anesthesioloog of narcotiseur, is een medisch specialist die zorgt dat patiënten slapen als ze een operatie of een pijnlijk, belastend onderzoek moeten ondergaan.
Antistollingsmedicatie
Antistollingsmedicijnen zijn medicijnen die de stolling van het bloed verminderen of vertragen. Ze worden ook wel bloedverdunners genoemd. Dit is eigenlijk niet de juiste naam. Het bloed wordt niet dunner, het stolt alleen minder snel.
Atrium
Een ander woord voor atrium is boezem. De boezems, of atria zijn de bovenste twee ruimtes in het hart.
Beademing
Dit is het proces waarbij mensen die niet voldoende zelfstandig kunnen ademen, lucht krijgen via een externe kracht, zoals een beademingsapparaat.
Beademingsbuis
Wordt ook wel tube genoemd. Dit is een buisje, in de luchtpijp, dat gebruikt wordt bij de anesthesie tijdens operaties en op de IC voor de behandeling van een bedreigde luchtweg en/of beademing via een beademingsapparaat.
Blauwe lippen
Wordt ook wel cyanose genoemd en is een blauwe verkleuring van de huid en slijmvliezen ten gevolge van een abnormaal zuurstoftekort van het bloed.
Bloed prikken
Wordt ook wel bloedafname genoemd. Het afnemen van bloed, voor medisch bloedonderzoek. Dit gebeurt door een holle naald in een bloedvat in te brengen en het bloed in een gedeeltelijk vacuüm gezogen buisje te laten lopen.
Bloeddoorstroming
Wordt ook wel circulatie genoemd. Het hart zorgt ervoor dat het bloed via het vaatstelsel, door het lichaam stroomt.
Bloeddruk
Het hart pompt het bloed met kracht de slagaders in. Dit zorgt voor druk op de bloedvaten: de bloeddruk. De bloeddruk wordt weergegeven in een bovendruk en onderdruk. Bloeddruk wordt ook wel tensie genoemd.
Bloedsomloop
Bloedsomloop is de manier waarop het bloed door het lichaam stroomt en bestaat uit de grote en de kleine bloedsomloop. Samen zorgen zij ervoor dat het lichaam wordt voorzien van zuurstof en voedingsstoffen. Ook voeren ze kooldioxide en afvalstoffen af.
Bloedspiegel
De concentratie van ‘iets’ in het bloed. Dat ‘iets’ is meestal een medicijn. Je spreekt dan ook wel over medicijnspiegel.
Boezems
Dit zijn de bovenste twee ruimtes in het hart. Een ander woord voor boezem is atrium.
Cyanose
Dit is een blauwe verkleuring van de lippen, huid en slijmvliezen ten gevolge van een abnormaal zuurstoftekort van het bloed.
Cardiothoracaal chirurg
Behandelt patiënten met aandoeningen aan en in de borstholte (thorax). Dit zijn het hart, de longen en de grote bloedvaten in de borstholte en de borstwand.
Ductus Arteriosus
Bloedvat dat de longslagader verbindt met de aorta. Deze sluit meestal binnen de eerste drie levensdagen na de geboorte en speelt vooral een rol tijdens de zwangerschap.
ECG
Electrocardiogram. Onderzoek waarbij er een filmpje van het hart wordt gemaakt. De elektrische activiteit van de hartspier wordt hierbij gemeten en in een grafiek weergegeven.
Echo
Onderzoek met geluidsgolven waarmee organen in beeld gebracht kunnen worden. Wordt ook gebruikt om afwijkingen van organen in beeld te brengen.
Echoscopist
Specialist op het gebied van echografie.
Foramen ovale
Open verbinding tussen de linker- en rechterboezem van het hart, die aanwezig is bij de foetus tijdens de zwangerschap.
Fysioloog
Iemand die zich bezighoudt met de normale werking van het lichaam. Hij onderzoekt bijvoorbeeld hoe organen werken.
Geleidingsweefsel
Een onderdeel van het systeem in het hart dat de elektrische prikkels geleidt. Door die elektrische prikkels trekt de hartspier samen en kan het hart pompen.
Genetica
De studie naar erfelijkheid. Klinische genetica is het onderzoek naar erfelijke ziekten.
Gesloten hartoperatie
Bij een gesloten hartoperatie wordt het hart niet stilgelegd en hoeft de patiënt dus niet aan de hart-longmachine. Er wordt geopereerd via het borstbeen of tussen de ribben door.
Gynaecoloog
Een arts die zich bezighoudt met ziekten die specifiek zijn voor vrouwen en zwangerschap.
Hartecho
Hiermee kan de arts op een beeldscherm zien hoe de hartspier eruitziet en hoe het bloed in en rond het hart stroomt.
Hartfilmpje
Om een hartfilmpje te maken wordt er een aantal elektroden op de huid geplakt. Die elektroden doen geen pijn, maar vangen de elektrische signalen van het hart op. Zo kan er een grafiek worden gemaakt van de hartslag.
Hartkatheterisatie
Bij een hartkatheterisatie wordt er via een infuus een dun slangetje ingebracht. Daarmee kan er iets gerepareerd worden aan het hart, of het hart kan goed worden bekeken.
Hartklep
Door je hart stroomt bloed en het mag maar één kant op stromen. Daarom zitten er kleppen in het hart die het bloed kunnen tegenhouden. Het geluid van een kloppend hart komt van de klepjes die open en dicht gaan.
Hart-longmachine
Als het hart ‘open’ geopereerd moet worden, moet het even worden stilgelegd. Om te zorgen dat er nog wel bloed rondgepompt wordt, wordt er een hart-longmachine aangesloten. Die neemt het werk dan tijdelijk over, zodat de chirurg rustig naar het hart kan kijken.
Hartruis
Bloed in het hart kan je horen stromen. Als de stroming ergens niet helemaal goed loopt, is er soms een ruis te horen. Een hartruis kan onschuldig zijn, maar kan soms ook betekenen dat er een afwijking in het hart zit.
Holteronderzoek
Voor een holteronderzoek krijgt een patiënt plakkers op de borst die verbonden zijn aan een kastje. het kastje wordt 24 of 48 uur meegenomen, zodat er geregistreerd kan worden wat het hart doet.
Hoogleraar
Een docent aan een universiteit die onderwijs en onderzoek van een bepaald vakgebied leidt.
IC (Intensive Care)
Een afdeling in het ziekenhuis waar ernstig zieke patiënten worden opgenomen. Op de IC staan apparaten die functies van het lichaam, zoals de ademhaling, kunnen overnemen.
ICD
Staat voor Implanteerbare Cardioverter Defibrillator. Een ICD lijkt op een pacemaker, maar kan het hart ook een elektrische schok geven om het ritme te herstellen. Zie ook het begrip ‘Pacemaker’.
Infuus
Een dun slangetje dat met een naald het lichaam in gaat. Via een infuus kan er bloed of medicatie worden gegeven.
Inspanningstolerantie
Het niveau van inspanning dat een persoon aan kan.
Inspanningstest
Een test waarbij er tijdens het sporten een hartfilmpje wordt gemaakt.
Katheter
Een dun slangetje dat onder andere bij een hartkatheterisatie gebruikt wordt. Maar bijvoorbeeld ook in de blaas om urine door te laten lopen, een blaaskatheter.
Kindercardioloog
Een arts die gespecialiseerd is in het onderzoeken en behandelen van hartafwijkingen bij kinderen.
Kinderhartcentrum
Een afdeling van een ziekenhuis waar iedereen gespecialiseerd is in het behandelen en verzorgen van kinderen met een hartafwijking.
Kinderhartchirurg
Arts die operaties aan het hart bij kinderen uitvoert.
Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC)
Een Medisch Ethische Toetsings Commissie (METC) beoordeelt of wetenschappelijk onderzoek onder de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO) valt.
Motorische ontwikkeling
De motorische ontwikkeling gaat om het leren bewegen en bestaat uit grove en fijne motoriek. Bij grove motoriek gaat het om grote bewegingen zoals rollen, lopen, dansen en springen. Bij fijne motoriek gaat het om de handmotoriek en andere (kleine) bewegingen, zoals spreken en het bewegen van de ogen.
Neonatologie
Neonatologie is een afdeling in het ziekenhuis die de zorg voor vroeggeboren of zieke pasgeboren baby’s op zich neemt.
Ontwikkelingsachterstand
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich langzamer in vergelijking met leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten dan andere kinderen van dezelfde leeftijd.
Ontwikkelingsstoornis
Een ontwikkelingsstoornis is een aandoening die de normale ontwikkeling belemmert. Sommige aandoeningen zijn blijvend, anderen zijn tijdelijk. Soms ontstaan de symptomen als reactie op een schokkende ervaring, in andere gevallen kan het komen door erfelijke factoren of ziekte.
Openhartoperatie
Een operatie waarbij de chirurg het borstbeen opent zodat het hart vrijkomt. Zo kan de chirurg de kransslagaders goed behandelen.
Orthopedagoog
Een orthopedagoog is een opvoedkundige die is gespecialiseerd in ontwikkelings-, opvoedings- en leerproblematiek. Hij behandelt kinderen en jongeren die in het dagelijks leven in hun ontwikkeling geremd worden door bijvoorbeeld psychische problemen of stoornissen, geestelijke beperkingen of leerstoornissen. Hij adviseert ouders over ‘normale’ opvoedingssituaties en begeleidt kinderen en hun ouders als dit minder makkelijk verloopt.
Pacemaker
Een pacemaker is een apparaat dat met draden verbonden is aan het hart. Via de draden kunnen elektrische prikkels worden ontvangen en gegeven. Als de elektrische prikkels in het hart, bijvoorbeeld door een hartafwijking, niet meer in het juiste tempo of in de juiste volgorde worden gegeven, kan de pacemaker ervoor zorgen dat het hart toch op de juiste manier blijft kloppen.
Palliatieve zorg
Palliatieve zorg is zorg die gegeven wordt aan patiënten waarbij geen genezing van de ziekte meer mogelijk is. Iemand die niet meer kan genezen kan nog wel een tijd met een ziekte leven. Het doel van palliatieve zorg is om de kwaliteit van leven van deze patiënten te behouden en te verbeteren als dat mogelijk is. Palliatieve zorg gaat over lichamelijke, sociale, psychische en spirituele behoeften van patiënten. Ook het ondersteunen van naasten is een belangrijk onderdeel van palliatieve zorg.
Pedagogisch medewerker
Een pedagogisch medewerker is iemand die – meestal in de jeugdzorg of kinderopvang, maar het kan ook in een ziekenhuis zijn – kinderen en/of jongeren begeleidt.
Peg-sonde
PEG is een afkorting van percutane endoscopische gastrostomie. Door de huid op de buik wordt een opening naar de maag gemaakt. Via deze opening wordt een PEG-sonde geplaatst en wordt voeding toegediend.
Perinatoloog/foetaal chirurg
Een perinatoloog is een gynaecoloog die is gespecialiseerd in de behandeling en begeleiding van zwangere vrouwen, vooral bij een gecompliceerde zwangerschap. Foetaal chirurgen behandelen ongeboren kinderen via een kijkoperatie in de baarmoeder.
Posttraumatisch stressstoornis (PTSS)
Een psychische aandoening kan ontstaan nadat iemand schokkende of traumatische ervaringen heeft gehad. Dit heeft grote gevolgen in het dagelijks functioneren.
Prematuur
Wanneer een kindje vóór de 37e zwangerschapsweek wordt geboren. Wanneer een kindje tussen de 27e en 32e week wordt geboren wordt dit geduid als extreem prematuur.
Prenatale diagnostiek
Het opsporen van aangeboren afwijkingen bij een nog ongeboren kindje. Dit onderzoek wordt vaak toegepast wanneer er een vergrote kans is op erfelijke afwijkingen.
Probe
Het apparaat dat op de huid geplaatst wordt voor het maken van een echo.
Restafwijkingen
Nog bestaande afwijkingen of defecten in organen na een behandeling.
Ritmestoornis
Als het hart te snel of te langzaam samentrekt. Maar ook als de boezems en kamers niet in de juiste volgorde of onregelmatig samentrekken. Een ritmestoornis kan variëren van relatief onschuldig tot levensbedreigend.
Röntgenstraling
Elektromagnetische straling die vrijkomt bij het maken van een röntgenfoto, om afbeeldingen van het inwendige lichaam te maken.
Saturatiemeter
Deze meet het zuurstofgehalte in het bloed. Meestal wordt deze aan een teen, of vinger bevestigt. Als er te weinig zuurstof in het bloed zit gaat er een alarm af.
Shunt
Een door middel van een operatie gemaakte verbinding tussen een slagader en een ader.
Slagader
Een bloedvat dat zorgt voor het transport van zuurstofrijk bloed vanuit het hart naar de rest van het lichaam.
Stent
Kokervormige prothese die wordt ingebracht in een bloedvat met als doel de doorgankelijkheid te bevorderen.
Tikkie
Tikkies zijn stoere bedels voor kinderen met een hartafwijking. Bij een onderzoek of een behandeling ontvangt een hartekind een bijbehorende Tikkie.
TikkieRing
Ring waar kinderen hun ontvangen Tikkies aan kunnen bewaren.
Trombose
Verstopping van een bloedvat door een stolsel.
Tussenschot
Een tussenschot van spierweefsel dat de linker- en rechterharthelft scheidt. Wordt ook wel septum genoemd.
Universitair Medisch Centrum
Ook wel een academisch ziekenhuis genoemd, deze verleent net als een algemeen ziekenhuis reguliere zorg maar voert daarnaast ook meer zeldzame en ingewikkelde behandelingen uit.
Zuigeling
Een klein kind dat nog voornamelijk gevoed wordt door (moeder)melk, of een kind onder de één jaar.
Zuurstofverzadiging (zuurstofsaturatie)
Het gehalte van zuurstof in het bloed dat voor gezonde mensen normaal gesproken tussen de 95-99% zit.